Antonides – Book 2 – Chapter 9

Posted in: Uncategorized
Tags:

NEGENDE HOOFT-STUK.

Beefte-jagt: zoo van Beeften op malkanderen, als

van Menfchen op Beeften, Bofch daar toe gemaakt.

Hoedanig van Keizer Probus bereidet. Of die

Roof-jagt al van Nero gegeven. Dier-jagten

al lang te voren. Oudaans zoetvoerig verhaal

daar van. Pancarpum of Pancarpus wijtlopig

van Hofman befchreven.

§. I.

Nog mogen wy hier, om dat wy nog op den

afweg zyn, en om de gelykheid der ftoffe,

jets byvoegen van de VENATIO, dat is,

Beefte-jagt. Nadien daar in niet alleen de

wilde Dieren op malkanderen los gingen, en de een den

ander, en zonderling de groote honden de andere bee-

ften, quaamen jaagen: maar om dat ook daar toe eeni-

ge vertwyffelde waaghalzen zig huiren lieten, en zig

gevolgelyk noopen, om tegen de wilde beeften te

ftryden: gelyk beneden blyken zal.

§. II.

Hier van is te weeten, dat het Schouwburg zomtyds

fchielyk wierd verandert in een Bofch, en vervult met

duizenden van wilde dieren, deels weerelooze, als Her-

ten, wilde Geiten, e. f. v. deels wreede en verfcheu-

rende, als Oliphanten, Tigers, Leeuwen, e. f. v.

§. III.

Zulken Bofch deed overfwaare moeyte en groote

onkoften Keizer PROBUS in de CIRCUS, of Ren-

baan planten, en vulde het met allerhande, dog meeft

 

Boek – pag. 267

weerloze dieren, gevende het volk vermaak en vry-

heid, om ’er op in te jagen, te grypen en te rooven.

’t geene hy konde. Dit befchryft Vopifcus, zeggende: Tweede Boek – Hfst. IX. § III. 1

Hy gaf in de Ren-baan een zeer heerlyke jagt, waar van

het volk alles wegroofde. De toeftel van ’t Schouwburg was

dusdanig: zwaare bomen, van de soldaten tot de wortel

toe uit de aarde gewonden, wierden in de lengte en breedte

des velds aan zaamgewrogte balken gehegt, en daar aarde

over heen gefmeeten, dat de geheele Renbaan, in gedaante

van een Bofch beplant, door de aangenaamheid van een

nieuwe groente belommert ftond. Voorts wierden ’er door al-

le de ingangen ingelaten duizent ftruiffen, duizent harten,

duizent wilde zwynen, duizent daffen, ibicen, wilde fcha-

pen, en andere kruid-eetende dieren, zoo veel als ‘er gevoed

of gevonden konden worden: waar op de menigte des volx in-

gelaaten, roofde elk dat Hy wilde. Zulken Roof-jagt mei-

nen zommige, dat niet van de oude maar van de latere

Keizeren alleen zoude gegeven zyn: edog J. Oudaan Tweede Boek – Hfst. IX. § III. 2

meint, dat het ook al gedaan is door NERO en ande-

re, en dat hetzelve uit een Penning van NERO, en

een van een ROOMSCH STAMHUIS, en een van

AUGUSTUS kan bewezen worden. Deze drie Pen-

ningen vertoont ons Oudaan Tab. C. Penn. 4. 5. 6.

Op de eerfte ziet men een wild zwyn, dat tuffchen het

geboomte van een hond befprongen, van den jager

met een pyl doorfchoten word. Op de tweede vertoont

zig een wild zwyn, dat by de fchouder met een fpriet

getroffen is, en teffens van een hond in de zyde aange-

vallen word. Op de derde is ’t zwyn met een fpriet

doorregen, en driegt te ftorten.

§. IV.

Hoe ’t om de Roof-ftryd mag gelegen zyn, ’t is ten

minften zeeker, dat al lang van te vooren groote Dier-

jagten gehouden waren, in welke de Dieren ook van

Tweede Boek – Hfst. IX. § III. 1 – Vopifcus in Prob.

Tweede Boek – Hfst. IX. § III. 2 – J. Oudaan loc. cit.

Boek – pag. 268

Menfchen gejaagt en bevogten wierden. Dit is open-

baar uit het doen van POMPEJUS DE GROOTE,

CAESAR, AUGUSTUS, KALIGULA, NERO,

TITUS, en diergelyke, van welke Oudaan dit zoet- Tweede Boek – Hfst. IX. § V. 1

voerig verhaal gedaan heeft, ’t welke wy, om dat het

verfcheiden zonderlinge dingen, en zulke die verwon-

derens-weerdig zyn, behelft, hier mede den Lezer ten

beften geven zullen. Dus begint dan Oudaan op pag. 392.

§. V.

“ ’t Andere gedeelte van de Jagt, waar in de Wilde.

beeften een poos om her gedreven, eindelyk met py-

len en andere werpgeweren van verre, of van zooda-

nige waaghalzen, die zig verhuirden om met de bee-

ften te vegten, gedood wierden, gefchiedde of in den

Renbaan, of in het Ronde-fchouwtoneel. Zo gaf

CAESAR een Jagt die vyf dagen duurde, waar in

twintig olifanten tegen vyftig voetknegten ftreden:

zoo vertoonde POMPEJUS op eene tyd, in den

Renbaan, drie hondert en vyftien; CAESAR vier-

hondert; en AUGUSTUS vier hondert en twintig

langgemaande leeuwen. Van KALIGULA hebben

wy gehoort, dat hy onder de Renloopingen een Jagt

van Afrikaanfche beeften, en ’t Spel van Troje meng-

de. Van CLAUDIUS zeyt Suetonius, dat hy om de

vyfde paardeloop een Jagt vertoonde: welke beeften

meenigmaal met een groot gedruis uit haar kotten

voortfprongen, gelyk Vopifcus zeid van hondert lang-

manige leeuwen, datze met haar brullende gebriefch

de donders fcheenen te verevenen: waar toe zomtyds de

kevien met een zonderlinge gezwindheid open ge-

draayt wierden: of ook de grond zoo gemaakt was,

datze zig onverwagt opende en floot, en de wilde

beeften, als uit haar aardholen en fpelonken fchielyk

te voorfchyn dede komen; gelyk de Poëet Kalfur-

Tweede Boek – Hfst. IX. § V. 1 – Oudaan l. c.

Boek – pag. 269

nius, in de Jagt van CARINUS hier van aldus

zeid:

Ah miferi, quotiens nos difcedentis arenae

Vidimus in partes ? ruptaque voragine terrae

Emerfiffe feras ? & iifdem faepe latebris

Aurea cum croceo creverunt arbuta libro.

Dat is :

Hoe dikmaal zagen wy op d’een en d’ and’re kant,

Verwondert en verbaaft, van ‘t opgeregte Zand ?

En uit die kolk der aard met kragt te voorfchyn komen

Verwoede beeften ? ja dat ook d’oranje-boomen

Met haar faffraande loof opfprongen uit die reet.

En dewyl deze beeften, eens ontflaakt, in eenen dag

afgemaakt wierden, wierd dit werk Monimerium Een-

dagwerk genoemt; waar van Kaffianus fprekende al-

dus zeid, Gelyk gefchied van die genen die voor de Ko-

ningen dezer wereld, uit opzigt der belooningen, met al-

lerley flag van wilde beeften gewoon zyn aan te gaan; wel-

ken aart van Schouw-fpel in ’t gemeen Pankarpum ge-

noemt word: een naam in de menigmaal gemelde inbin-

ding van Juftinianus bekent, waar mede ik u de

verklaring der benamingen, die ik u voor dezen fchul-

dig bleef, meen genoeg gedaan te hebben. ’t Geen

dan nog te dezer aanmerking dient, onder NERO

wierd ’er vertoont een fchip dat van zelfs ontflopen-

de, en eenige wilde beeften geflaakt hebbende, zig

terftond wederom floot. In de befchryvinge van Se-

verus, zeid Dio, die een oog-getuige geweeft is,

Datter in den Ronden-fchouwburg een Bevatting van al-

le wilde beeften gemaakt was gelyk een fchip , dat tevens

omtrent vierhonderd wilde beeften begrypen en uitlaten

koft; het zelve bedektelyk en onverwagt zig ontflopende,

 

Boek – pag. 270

quamen der beeren, leeuwinnen, panthers, leeuwen,

ftruiffen, woudezels, en wilde buffels uitfpringen: dit

nog was niet genoeg, want dan wierd ’er terftond,

door eenige verborge buizen en pypen het zeewater

ingelaten, en het landgevegt in een waterworfteling,

of Scheeps-ftryd veranderd; en wederom op een kort

die water-boezem uitgedroogt, en tot een andere

vertooning toegeftelt. Zoo zeid Dio van NERO

Dat hy t’ eeniger tyd en de wilde beeften gedood, en een

JAGT gegeven hebbende, fchielyk het water in den

Schouwburg leide, en een Scheeps-ftryd vertoonde; en we-

derom het water uitgeleid hebbende Schermers in dezelve

plaats gebragt; en, wederom den toeftel veranderende, dat

hy ’er een algemeene maaltyd gaf van groote koften. Zoo

kan ook verftaan worden ’t geene Tranquillus zeid van

TITUS: Hy gaf een Scheeps-gevegt in de oude water-

ftrydplaats, aldaar ook Schermers, en op eenen dag vyf

duizend van allerlei flag van wilde beeften.

§. VI.

In dit verhaal gewaagt Caffianus van de Speelftryds Tweede Boek – Hfst. IX. § VI. 1

naam PANCARPUM, op Griex , als of

men zeide; Alle-vrugt. Zommige hebben deze naam

gebragt tot zulken opgeregt Bofch, vervult van min be-

fchadigende Dieren, en derzelver Roof-jagt, waar van

te vooren gefproken is. Edog Caffianus brengt het hier,

en uit Hem Claud. Salmafius, tot de jagt en ’t gevegt,

dat waaghalzen met de wilde beeften joegen en aftree-

den. Maar om wat omftandiger befcheid aan ongelet-

terde van het PANCARPUM te geven, zoo zie ik niet

beter te konnen doen, dan de woorden van Hofman

vertaalt den Lezer voor oogen te leggen. Deze zynze:

§. VII.

PANCARPUM en PANCARPUS word voor ‘t Tweede Boek – Hfst. IX. § VII. 1

zelfde met een Bofch gehouden van Jac. Cajacius,

Tweede Boek – Hfst. IX. § VI. 1 – Caffianus.

Tweede Boek – Hfst. IX. § VII. 1 – Hofmannus. Lexic. univerf. in Pancarpum.

Boek – pag. 271

Franc. Pithoens, en If. Cafaubonus; welke geagt

hebben, dat de naam van de allerlei

offer der Athenienzers ontleent en overgebragt zy tot

andere dingen, die desgelyx uit het mengzel van ver-

fcheidene beftonden. Want zoo heeft ook Arifteas

genaamt eene kroone uit allerhande

vrugten gevlogten, t. w. wyngaard-loof, koorn-hal-

men, dadels, veelerlei appelen, olyven, en diergely-

ke. Dus dan, zegt Cafaubonus, hebbenze ook PAN-

CARPUM genaamt die vertoning van jagt, in wel-

ke allerhande zoorte van beeften plagten vertoont te

worden, en Hy agt te raaskallen dengene, die over

’t AMPHITHEATER van Martialis zintwift over

het onderfcheid tuffchen PANCARPUM en de

ROOF-JAGT, en doet ’er by valfch te zyn, dat

Dezelve ’er by doet, dat dat flag van jagt eerft van de

GORDIANEN zouw gegeven zyn, nadien bereids

ALAGABALUS gelezen word niet alleen penningen

en banket-geregten, en geringere beeften, nemaar

ook vette offen, en kameelen, en harten den volke

om te rooven voorgeworpen te hebben, by Lam-

pridius. Volgens deze geleerde Mannen zal dan PAN-

CARPUS en SYLVA, ’t Bofch, t’ zelfde geweeft

zyn met dat, ’t welke Vopifcus in Probus noemt ve-

nationem ampliffimam, allerheerlyxte jagt; dog dat die

daarom een Bofch geheeten is, ten deele, om dat de

verfcheiden zoorten van beeften, dewelke in ’t CIR-

CUS of AMPHITHEATER ingeleid wierden, de

gedaante van een Bofch vol wilt vertoonden; ten dee-

le, om dat veelerlei boomen doorgaans plagten met

wortel en al uitgeroeyt en in ’t CIRCUS of AM-

PHITHEATER ingedragen en aldaar geplant te wor-

den, zoo dat de plaats ’t aanzien van een waaragtig

Bofch uitleverde. Maar Salmafius egter maakt groot

 

Boek – pag. 272

onderfcheid tuffchen PANCARPUM en ’t Bofch:

want Hy agt, dat ‘er in ’t PANCARPUM geen

Bofch was, nog Bofchs gedaante, geen gras eetende ge-

dierten, geen dieren-roof, geen menfchen die roof-

den: gelyk in ’t Bofch geen wilde dieren, geen ftryd

van menfchen met de beeften, geen dodinge van bee-

ften. Hem is dan ’t Bofch genaamt dat flag van fpel

en vertoon-jagt, in welke alle dieren, die ’er inge-

bragt waaren, van ’t volk weggerooft wierden, om

rede, dat de geheele CIRCUS Bofch-gewyze met

boomen bezet was: maar geen woefte dieren, nog

die met tanden of klauwen befchadigen konden,

wierden in deze Spel-jagt vertoont, maar alleenlyk

gras eetende, en die ligtelyk gerooft konden worden

van ongewapende lieden; want zy wierden levendig

weggerukt. Wy lezen by Julius Capitolinus, dat

het Bofch van GORDIANUS dus geweeft is, in wel-

ke waren harten, wilde fchapen, wilde merrien,

ftieren van Cyprus, woud-ezels, fteen-geiten, daf-

fen, e. f. v. Maar PANCARPUM hebben ze dat

flag van vertooning genaamt, waar in menfchen door

loon gehuirt met de beeften zouden ftryden. Caffia-

nus Collat. 5. cap. 14. Gelyk gefchiedde van die genen,

die voor de Koningen van deze wereld, uit opzigt der be-

looningen, met allerlei flag van wilde beeften gewoon zyn

aan te gaan; welken aart van fchouw-fpeelen in ’t gemeen

PANCARPUM genoemt word. Deze, zeg ik, gaan

de eerfte ftryd aan tegen die wilde beeften, die ze zien de

fterkte van lichaam en de dul-woedenfte te zyn: welke

ter neergevelt hebbende, zy te ligter ter aarde ploffen de-

gene die minder vervaarlyk en minder van woede zyn.

Zie ook Juftinianus Novell. 105. alwaar Hy zegt:

, dat menfchen van ver-

twyffelde ftoutheid, welke Claudianus audaces, dat is,

 

Boek – pag. 273

ftoute, noemt, met de wilde beeften vogten in dat flag

van fpel, ’t welk hy ook vertoont , ’t een-

daagze fpel geheeten te zyn, daar van daan, dat het

niet langer als de tyd van een dag duirde. Dezelve

naam word ’er aan toegefchreven in Epigr. van Leo

Philofophus. Dit nu deden die menfchen, welke

geauthorifeert, en voor loon gehuirt waren, zo als

uit Caffianus blykt, en uit Caffiodorus lib. 5. alwaar

Hy ’t PANCARPUM met veelen befchryft, hoe-

wel niet en noemt Epift. 42. in wiens laatfte dit ge-

lezen word: ’t is te lang met woorden door zoo veel geval-

len van gevaar te weiden; maar voegzaam mag ’er byge-

voegt worden, ’t gene Mantuanus van de onderaardfchen

zegt, wie kan alle zoorten van boosheden optellen, wie

alle namen van fpeelen doorlopen ? Maar gylieden, die

van nooden hebt dusdanige dingen den volke te vertoonen,

geeft voor u zelven met een milde hand pryzen uit, ten ein-

de gy ze den elendigen doet begeeren. Welke laatfte

woorden genoegzaam klaar aanwyzen, dat dusdanige

ftoute en vertwyffelde menfchen voor loon en prys

in ’t zand geklommen zyn, om tegen de beeften te

vegten. Verders ’t PANCARPUM wierd in ’t

AMPHITHEATER, ’t BOSCH in de CIRCUS

gegeven, en ’t eerfte fchouwfpel heeft ftant gehou-

den tot de eeuwen der laatfte Keizeren, wordende

doorgaans gegeven van Burgemeefteren en Schouten,

als zy ’t ampt aantraden; daar het Bofch en Schouw-

fpel van jagt en berovinge geheel buiten gebruik ge-

raakt is onder dezelve: ten minften daar word geen

meldinge ergens van gedaan, en JUSTINIANUS

Novell. d. gewagende van alle fpel-zoorten, die doe

van de Burgemeefters gegeven wierden, fpreekt ner-

gens van ’t SYLVA, ’t Bofch, maar wel van ‘t

PANCARPUM. Men moet ook niet overflaan,

 

Boek – pag. 274

dat het beter genaamt word PANCARPUM, dan

PANCARPUS, en dat by wege van verfwyginge,

en dat ’er onder verftaan word ’t woord ,

honde-jagt. ’t Is nu zoo genaamt van allerleye flag van

beeften, welke in dit Schouwfpel beftreeden en ge-

doodet wierden van die ftoute toeworpe-

lingen, die wy gezegt hebben, dat ze haare dienft,

om die te dooden, hebben verhuirt. Salmafius ad

Gapitolinum in Gord.

§. VIII.

Uit alles zien wy dat de jagt, voornamelyk de

meergemelde laatfte zoorte, op een Wild-beefte-gevegt

uitliep.

There are no comments published yet.

Leave a Comment

Change this in Theme Options
Change this in Theme Options